Moerasspirea

Familie:

Rozenfamilie (Rosaceae)

Hoogte

50 - 120cm

Bloeimaanden

van 6 tot 9

Leeftijd

meerderjarig/vast

Bodem

Op zandige of lemige, vochtige gronden.

Staanplaats

Langs oevers en sloten, in weiden en bossen.

Andere Soorten

geen

Volksnamen voor Moerasspirea

Bloeiende olm

Boksbaardkruid

Geitebaard

Koningin der weiden

Meershout

Reinette

Robbroodskruid

Geitenbaard

Vertalingen

Latin
Filipendula ulmaria (L.) Maxim.

---

Kenmerken

---

© Met dank aan Marlies Pauw uit Almer voor de foto.
Zij is ook nog op zoek naar een foto van de boksbaard. Contacteer ons als u hiermee kan helpen.

Tips

Ulmaria komt van Lat. `ulmus' = olm; verwijst naar gelijkenis in bladvorm. Bloemen met een karakteristieke amandelgeur; vroeger in Scandinavië als aromamiddel toegevoegd aan bier en mede; kunnen ook in huis gestrooid worden om insekten en onaangename geuren te verdrijven. Vroeger werden jonge scheuten als asperges gegeten en wortelstok als chorseneren bereid. Decoratief; geschikt als sierplant op vochtige plaatsen.

Website by Dampee Maatsoftware - Design by Elgertsje